Niet elk werk is even belangrijk. Maar het lijkt in Nederland taboe om dat te zeggen. En dat is een slechte zaak. In het onderwijs, de woningbouw en de techniek: overal wordt om personeel geschreeuwd. Tegelijk zien we flitsbezorgers rondsjezen, schieten hippe koffiebars als paddenstoelen uit de grond en is een Uberritje een gemaksproduct geworden. Waarom zetten we het schaarse arbeidspotentieel niet in waar de nood het hoogst is? Wij hebben in Nederland geen planeconomie. We kunnen niet dicteren waar mensen naartoe moeten. Maar we kunnen het wel stimuleren. Dat begint met benoemen dat niet al het werk even belangrijk is. Het Planbureau voor de Leefomgeving meldt dat de milieudoelen niet gehaald worden, ‘omdat er simpelweg te weinig technici zijn om alle maatregelen uit te voeren’. En wie ‘technicus’ zegt, zegt tegelijkertijd: vakmanschap. Met de steeds nijpender wordende tekorten, is het moment aangebroken dat we het nuttige van het niet-nuttige werk moeten gaan scheiden. En dat we moeten kiezen welk werk we in Nederland wel en niet willen aanmoedigen. En bij veel van het werk dat we aanmoedigen, hoort vakmanschap. In deze publicatie laten we drie dingen zien: 1. waarom we moeten aanmoedigen welk werk nuttig is, 2. waarom vakmanschap belangrijk is en meer gewaardeerd moet worden, en 3. hoe we stappen kunnen zetten om dit probleem op te lossen.
Verdere informatie
- Josje Damsma & Bernold Nieuwesteeg
- Nederlands
- paperback
- Arbeid/maatschappij
- 2024
- 162
- € 16,06
- 9789086920792